Werkgever afbeelding

Werkgever

Werkgever

Als werkgever wilt u uw medewerkers een goed en betaalbaar pensioen bieden. Vanuit uw verantwoordelijkheid, maar ook om uw personeel te boeien en te binden. Als u niet bij een pensioenfonds aangesloten bent, zult u vaak kiezen voor een collectieve pensioenverzekering bij een verzekeraar.

In een collectieve pensioenregeling regelen we het ouderdomspensioen voor uw medewerkers. Ook een uitkering bij overlijden of arbeidsongeschiktheid kan een belangrijk onderdeel zijn. Voor medewerkers is pensioen vaak een van de belangrijkste arbeidsvoorwaarden. Voor werkgevers is het juist belangrijk dat de kosten en risico’s beheersbaar blijven.

Wet toekomst pensioenen

Het nieuwe pensioenstelsel komt eraan. Het wetsvoorstel Wet toekomst pensioenen is inmiddels door de Tweede Kamer. De Memorie van Toelichting bestaat uit ruim 300 pagina’s. We hebben de relevante onderdelen samengevat, zodat je je op tijd kunt voorbereiden. Dit is nodig ook, gelet op de complexiteit van de wetgeving en door alle wijzigingen.

Nieuw pensioenstelsel

Het nieuwe pensioenstelsel bestaat uit de volgende onderdelen:

  • Iedere pensioenregeling wordt een premieregeling. Een deelnemer krijgt een premie toegezegd in zijn arbeidsvoorwaarden door de werkgever.
  • De premie wordt niet-leeftijdsafhankelijk en de doorsneepremie wordt afgeschaft. Dit maakt oudere werknemers aantrekkelijker op de arbeidsmarkt en jongere werknemers kunnen meer pensioen opbouwen.
  • De fiscale behandeling van de tweede pijler en de derde pijler wordt zoveel mogelijk gelijk aan elkaar. Het fiscale kader blijft zo veel mogelijk hetzelfde de komende jaren als het nieuwe fiscale kader in is gegaan.
  • Deelnemers krijgen extra fiscale ruimte tot 2037. Dit geldt alleen voor deelnemers die erop achteruitgaan door het nieuwe pensioenstelsel.
  • De hoogte van het levenslange ouderdomspensioen is vooral afhankelijk van:
    • de hoogte van de premie-inleg;
    • het beleggingsbeleid;
    • de behaalde rendementen;
    • de levensverwachting; en
    • de rentestand.

Doelen nieuw pensioenstelsel

Wijzigingen

Het pensioenstelsel wordt vernieuwd. Onder andere de volgende onderdelen wijzigen door de Wet toekomst pensioenen:

  • Het nabestaandenpensioen wordt gestandaardiseerd.
  • Het kabinet gaat nieuwe regels uitproberen voor de pensioenopbouw voor zelfstandigen.
  • De wachttijd wordt korter voor uitzendkrachten bij deelname aan een pensioenregeling.

  Doelen wetswijziging

De wetswijziging heeft de volgende doelen:

  • eerder kans op verhoging van de pensioenuitkering;
  • een uitlegbaar en persoonlijk pensioenstelsel; en
  • een pensioenstel dat beter aansluit bij de samenleving en de arbeidsmarkt.

De volgende onderdelen blijven behouden in het nieuwe pensioenstelsel:

  • Iedere deelnemer kan 75% van het gemiddelde loon aan pensioen opbouwen in 40 jaren of 80% in 42 jaren.
  • Deelname aan een bedrijfstakpensioenfonds of beroepspensioenregeling kan nog steeds worden verplicht.
  • De volgende pensioenen blijven bestaan:
  • levenslang ouderdomspensioen;
  • tijdelijk en levenslang partnerpensioen en wezenpensioen;
  • arbeidsongeschiktheidspensioen;
  • premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid bij de drie eerder genoemde pensioenen; en nettopensioen.

Transitieplan

Iedere werkgever met een voor 1 juli 2023 bestaande pensioenovereenkomst moet in de transitieperiode een transitieplan maken in overleg met de werknemers of vertegenwoordigers van de werknemers en de betrokken of beoogde pensioenuitvoerder.

Inhoud transitieplan

In het transitieplan staat waarom de werkgever kiest voor een bepaalde pensioenovereenkomst. Ook moet de werkgever onderbouwen dat de overstap verantwoord is.

Het transitieplan bestaat verplicht uit minimaal de volgende onderdelen:

het karakter en de inhoud van de gekozen pensioenovereenkomst;

de keuze voor wel of niet invaren of de keuze voor collectief waarde overdragen met een onderbouwing hiervan aan de pensioenuitvoerder;

bij niet invaren of waarde overdragen: informatie over hoe de werkgever omgaat met bestaande aanspraken en rechten en waarom;

een overzicht van de gevolgen per leeftijdsgroep van de overstap op een pensioenovereenkomst met een niet-leeftijdsafhankelijke premie;

de afspraken over compensatie door een lagere pensioenuitkering;

een financieringsplan voor deze compensatie; en

afspraken over de invulling van de solidariteitsreserve of de risicodelingsreserve.

Heeft de werkgever het transitieplan afgerond? Dan moet de werkgever binnen 2 weken het transitieplan opsturen naar de pensioenuitvoerder. De pensioenuitvoerder beoordeelt het plan en stelt het plan beschikbaar op haar website, zodat het plan inzichtelijk is voor alle deelnemers.

Implementatieplan

De werkgever en pensioenuitvoerder sluiten een uitvoeringsovereenkomst. In de uitvoeringsovereenkomst staan de gemaakte afspraken tussen de werkgever en de pensioenuitvoerder. Pensioenuitvoerders zijn vervolgens verantwoordelijk voor de invoering en uitvoering van de pensioenovereenkomst.

Wil de werkgever overstappen naar het nieuwe pensioenstelsel vanuit een bestaande pensioenregeling? Dan moet de pensioenuitvoerder een implementatieplan opstellen. In het Implementatieplan staat aangegeven welke voorbereidingen de pensioenuitvoerder uitvoert om over te kunnen stappen naar het nieuwe pensioenstelsel. Ook geeft de pensioenuitvoerder hierin aan op welke manier omgegaan zal worden met de opgebouwde pensioenaanspraken en pensioenrechten. Een onderdeel van het implementatieplan is het communicatieplan. De AFM houdt toezicht op het communicatieplan en de uitvoering van het communicatieplan.

Communicatieplan

In de nieuwe pensioenovereenkomst moet de pensioenuitvoerder de deelnemer informatie geven over de volgende onderwerpen:

  • de pensioenpremie die per deelnemer moet worden betaald;
  • het deel van de premie voor de eigen pensioenopbouw;
  • het deel van de premie dat bestemd is voor de solidariteitsreserve of risicodelingsreserve;
  • toename of afname van het de prognose van het op te bouwen pensioenvermogen;
  • stortingen op en opnames van het pensioenvermogen; en
  • verdeling van de resultaten, zoals bijvoorbeeld de beleggingsresultaten.