AFM stelt vast dat veel DC-deelnemers een beperkte premie-inleg hebben
In het kort
• Bijna 70% van de huidige DC-deelnemers heeft een beschikbaar premiepercentage van 10% of minder
• Pensioenonbewuste deelnemers met een lage pensioenopbouw lopen het risico op teleurstelling en dat zij onvoldoende inkomen hebben voor hun oude dag
• Oproep aan sector: denk na over verantwoordelijkheid richting deelnemer
Verkenning pensioenopbouw
De AFM heeft op basis van data die zij jaarlijks van pensioenuitvoerders ontvangt, een verkenning gedaan naar de tweedepijlerpensioenopbouw van alle actieve deelnemers met een basisregeling binnen het huidige pensioenstelsel. Uit de verkenning blijkt dat er aanzienlijke verschillen zijn tussen de pensioenopbouw van huidige deelnemers in DC-regelingen en DB-regelingen.
De premie-inleg van huidige DC-deelnemers is relatief laag
Voor de meerderheid van de ruim 1 miljoen actieve DC-deelnemers wordt slechts een relatief klein deel van de fiscale ruimte voor de premie-inleg benut. De overgrote meerderheid (ongeveer 80%) van deze groep heeft een bruto jaarsalaris van € 25.000 of meer. Zonder verdere individuele aanvulling zullen zij waarschijnlijk niet voldoende hebben aan alleen hun AOW-uitkering om de kosten van hun oude dag te dragen.
Bijna 7 van de huidige 10 DC-deelnemers heeft een beschikbaar premiepercentage van 10% of minder. Ter vergelijking: in het nieuwe pensioenstelsel wordt een maximaal premiepercentage van ongeveer 30% geïntroduceerd. Van deze groep zijn circa 200.000 deelnemers jonger dan 30 jaar. Voor hen geldt dat de pensioenopbouw bij een gelijk premiepercentage hoger is dan voor oudere deelnemers, de premie rendeert immers over een langere periode. Ook voor deze groep geldt echter dat de pensioenopbouw bij een beschikbaar premiepercentage van onder de 10% relatief beperkt zal zijn. Er zijn meer DC-deelnemers met een lage pensioenopbouw dan de AFM op voorhand had verwacht.
Zonder individuele aanvulling lopen deelnemers het risico niet genoeg geld te hebben voor hun oude dag
De AFM ziet dat er redenen kunnen zijn om pensioenregelingen met beperkte premie-inleg (zogenaamde regelingen in de grijze vlek) aan te bieden en begrijpt dat dit mogelijk kan leiden tot een hoger besteedbaar inkomen tijdens het werkzame leven van deelnemers. Wel vraagt de AFM zich af hoe kostenefficiënt pensioen is, waar de premie-inleg slechts enkele procenten van het beschikbare premiepercentage bedragen.
Daarbij benadrukt de AFM dat het pensioenbewustzijn bij deelnemers laag is en dat pensioeninformatie complex is voor de gemiddelde deelnemer. Hierdoor ontstaat het risico dat deelnemers in pensioenregelingen met beperkte pensioenopbouw teleurgesteld kunnen raken en mogelijk in financiële problemen terecht kunnen komen, omdat zij ervan uitgaan dat ‘het wel voor mij geregeld is’.
Oproep aan sector: denk na over verantwoordelijkheid richting deelnemer
Het is aan de pensioensector, inclusief sociale partners en adviseurs, om na te denken over de manieren om dit risico voor deelnemers te verkleinen. De AFM spreekt zich in deze verkenning niet uit voor een minimale vereiste premie-inleg. Er kunnen meerdere manieren zijn om deelnemers te beschermen tegen onrealistische verwachtingen op pensioendatum. Dat kan bijvoorbeeld door deelnemers goed te informeren en te zorgen dat zij realistische verwachtingen hebben over hun pensioen. Wel geldt dat pensioeninformatie niet alle risico’s kan wegnemen. Ook pensioenaanbieders hebben een verantwoordelijkheid richting de deelnemer.
De AFM roept de pensioensector op om met elkaar in gesprek te gaan over de analyses uit deze verkenning, en na te gaan op welke manieren onrealistische verwachtingen bij deelnemers over hun pensioen kunnen worden voorkomen.